dinsdag 20 januari 2009

Vuile handen of applaus?

De apotheose is een feit. Ik heb vanmorgen de conceptstrategie aan de ministeriele top mogen presenteren, en deze werd zeer gunstig ontvangen. Samia tevreden, Khaled tevreden, Magdy tevreden. En ik ook, natuurlijk. Maar de vraag blijft wel, en dat was ook het belangrijkste punt van discussie, hoe krijgen we het waterbewustzijn bij de collega departementen op de agenda? Hoe prik je door de beleefdheden en de holle frasen heen, en zorg je dat andere departementen werkelijk gaan doen wat ze geacht worden te doen om de onderliggende problemen aan te pakken? Zelfs het feit dat het waterbeleid nu, omdat het een kwestie van ' national security' is geworden, voldoende geld krijgt, is geen garantie voor succes. Want dan dreigen andere departementen achterover te leunen, en vrolijk te roepen ' nu hebben jullie geld, en nu zijn de problemen nog niet opgelost' . Zit ook weer een afbreukrisico in. De vraag is natuurlijk ook in hoeverre die andere departementen in staat zijn om in de korte tijd die er is, duurzaam zaken aan te pakken. Die zitten in hun eigen spagaat.

Ik heb na afloop van de ' wrap up' overleg gehad met de implementatiedeskundigen van het departement. Uiterst interessant, mede in het licht van het boek dat Harm Albert en ik over dit onderwerp aan het schrijven zijn. En een verhitte discussie gevoerd met een Britse expert. Die zich uiterst geirriteerd afvroeg waarom ik het nodig vind mensen te wijzen op het feit dat ze hun omgeving vervuilen, als ze elke dag kniediep in rioolwater staan. Welke awareness denk ik precies te gaan raisen? Mensen zien het probleem echt wel maar er zijn geen oplossingen. Nou ja, die zijn er wel, maar niet als het alleen lucratief is om rioolwaterzuiveringsinstallaties te bouwen, maar je er alleen maar geld op toelegt als je ze in gebruik hebt. En je rioolwaterzuivering vervolgens privatiseert. Dan krijg je zeven zuiveringen op een rij die niets staan te doen. Ik probeer hem uit te leggen dat je met campagnes en voorlichting ook aan empowerment doet, en je het feit dat er publieke aandacht voor een onderwerp is, als breekijzer kan gebruiken om machthebbers onder druk te zetten. Hij gelooft me niet. En dan word ik boos, voor het eerst. Wat moet ik dan doen, vraag ik. Beloven dat ik met communicatie alle problemen oplos, als ik maar de goede boodschap weet te bedenken? Of de opdracht terug geven? 'So you become part of the problem' , vindt Stephen. Nou zie ik hem ook niet zijn opdracht teruggeven, maar dat is flauw. Natuurlijk moet je je als adviseur afvragen of je inderdaad niet 'part of the problem' wordt. Campagnes, zeker als ze slechts aan de oppervlakte van de nationale media blijven (overigens niet mijn bedoeling) hebben altijd een risico dat ze slechts grondmist en egostrelerij voor machtshebbers opleveren.

Maar als ik de balans opmaak, vertrouw ik toch maar op het gezond verstand en de drive van de mensen met wie ik de afgelopen 12 dagen gewerkt heb. Iedere vorm van beleidsimplementatie is de ' art of muddling through' , soms tegen beter weten in. En hoewel je weet dat de wereld niet maakbaar is, je eigenlijk maar heel weinig kan doen, en chaos de norm is, niet de uitzondering, zal je als beleidsmens toch maar moeten vertrouwen dat het helpt wat je doet. Ergens. Ooit. Omdat het alternatief is het moede hoofd in de schoot leggen, en daar is nog niet iemand iets mee opgeschoten. ' On this happy note' ga ik morgenochtend vroeg het vliegtuig terug naar Nederland nemen. Wordt vervolgd in april!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten