zaterdag 10 januari 2009

Home, sweet home


Toeval bestaat niet. Vliegend boven Cairo realiseer ik me weer dat dit echt een miljoenen stad is. Zo ver het oog reikt, lichtjes tot aan de horizon. Eenmaal geland rijden we een uur tot we op de plaats van bestemming zijn. Maar, mijn hotel is in Zamalek, en wel precies twee straten verder dan het appartement waar ik gewoond heb. Alles voelt vertrouwd. De geluiden, de mensen op straat, en, altijd uitstekend om het geheugen op te frissen, de geuren. Een unieke mengeling van jasmijn, geroosterde kastanjes, stof en uitlaatgassen. Qahira. En ik kijk nog uit op de Nijl ook.

Vandaag nog geen afspraken. Dus ga ik op een 'trip down memorylane' . Eerst kijken of Zamalek inderdaad niet veranderd is. Dat is het natuurlijk wel, en tegelijkertijd ook weer niet. Het lijkt wat welvarender geworden. Tot mijn wilde vreugde herontdek ik mijn favoriete winkels; de grote glimmende schoenenpaleizen. Nergens ter wereld weet men zoveel ondraagbaar plastic zo spectaculair uit te stallen. Verder wandel ik richting Midan at-Tahrir, langs de Nijl. Het is zaterdag, dus een fijn moment voor jonge stelletjes om verliefd te wandelen. Alle dames dragen tegenwoordig hoofddoeken, maar er wordt nog net zo gegiecheld en handjes vast gehouden als eerst. Om nuttig bezig te zijn, besluit ik te kijken of het Egyptian Museum inderdaad geupdate is. Dat is het, in lichte mate. De leukste zalen zijn niet aangepast, en daar komen ook nauwelijks toeristen. Ik koop kaarten (want foto's maken mag niet) van kleipoppetjes op een boot, die vissen vangen. Kan je vast gebruiken als beeldmateriaal om te laten zien dat leven met water al heel, heel, heel oud is. Verder doe ik een verwoede poging om voeding voor mijn laptop te vinden (die ik natuurlijk met mijn stomme hoofd vergeten ben). En ook dan ontdek je Cairo op z'n best; als je eenmaal de juiste hoek van de myrade hoeveelheid winkelstraatjes gevonden hebt, hebben ze niet een of twee computerwinkeltjes, maar een kleine zestig. Ooit was ik op zoek naar een kruk voor mijn gipsen poot, en belandde in de 'buurt van de houten benen'. Ook straat(je) na steegje met kunstmatige lichaamsdelen.

Na vele koppen thee, het lichten van mijn volledige doopceel, het tonen van foto's van Nina, het afslaan van de aanschaf van papyrus, nieuwe laptops, camera's etc., krijg ik een adaptor mee die natuurlijk toch niet past. Maar, er zijn internetwinkels, en ' my office is your office' belooft de manager van het hotel. Dus dat komt wel goed.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten